Geschiedenis
van Pasgeld, Elsenburg en ‘t Haantje
De Rijswijkse buurtschappen Pasgeld, ’t Haantje en Elsenburg liggen in een van oudsher agrarisch gebied. Zij worden begrensd door de Delftse Vliet (officieel Rijn Schie Kanaal), de Kerstanjewetering, de Prinses Beatrixlaan en de A4. De ligging, vlak bij de Vliet en in de nabijheid van Delft, is van grote invloed op hun geschiedenis geweest. De buurtschappen zijn sinds het ontstaan van steden en ambachten in de Middeleeuwen altijd onderdeel geweest van het ambacht, en later de gemeente, Rijswijk. De Kerstanjewetering is altijd de grens geweest met ambacht en gemeente Hof van Delft en sinds 1923 met de gemeente Delft.
Van moeras naar landbouwgrond
De drie buurtschappen maken onderdeel uit van de in de Middeleeuwen tot stand gekomen Plaspoelpolder. Oorspronkelijk was het gebied ten zuiden van de Rijswijkse strandwal een moerasachtig gebied, gelegen op klei en veen dat begroeid werd met struikgewas. In de 11e en 12e eeuw werd het ontgonnen waarbij het typische Hollandse landschap ontstond met rechthoekige kavels, ook wel het slagenlandschap genoemd. Op de bekende kaart van het Hoogheemraadschap Delfland van Cruquis uit 1712 is dit goed te zien. Tegenwoordig is middeleeuwse patroon nog te zien in het weidelandschap ten zuiden van herberg Vlietzigt en in de weilanden aan beide zijden van de spoorweg.
Op de kaart van Cruquius (1712) is het slagenlandschap goed zichtbaar. Op de kaart is de Vliet en buitenplaats Pasgeld goed zichtbaar. Linksonder is ’t Haantje te zien
Het nieuw ontstane land in de Plaspoelpolder werd gebruikt voor de landbouw, vooral veeteelt. Op verschillende plaatsen werden boerderijen gebouwd. Langs de Delftse Vliet, die in de 12e eeuw tussen de Hoornbrug in Rijswijk en Delft werd gegraven, werden in de eeuwen daarna verschillende molens gebouwd waar allerlei producten werden geproduceerd zoals papier en snuiftabak. Tot de komst van de spoorwegen in de 19e eeuw was in Nederland vervoer via het water de snelste en meest comfortabele manier van vervoer. De Delftse Vliet is dan ook vele eeuwen lang gebruikt als belangrijke verbindingsroute tussen Den Haag, Delft en Rotterdam. In de tijd van de trekschuit was het één van de drukstbevaren routes van Nederland.
Buitenplaats Pasgeld
Aan het eind van de 17e eeuw erft Pieter Teding van Berkhout, lid van een Hollandse regentenfamilie, de hofstede Pasgeld. De daaropvolgende jaren koopt hij aangrenzende tuinen, akkers en boerderijen. Het bezit besloeg de grond tussen de Vliet, de Kastanjewetering (’t Haantje) en het huidige TNO. In 1678 liet Teding van Berkhout een vaart graven tussen de Vliet en zijn vijver (die lag op de plaats waar tegenwoordig de van Hardenbroeklaan ligt). Waarschijnlijk is het de vaarsloot die tegenwoordig tussen de Pasgeldlaan en de van Hardenbroeklaan ligt. Hij liet vervolgens de hofstede slopen en liet, op de plaats waar tegenwoordig de jaren ‘30 woningen staan, in 1682 een nieuw landhuis bouwen. gebouwd. Tot het begin van de 19e eeuw bleef de buitenplaats en bezit van de familie Teding van Berkhout. Zij bekleedden, zoals veel leden van regentenfamilies, veel verschillende bestuurlijke functies. Een aantal van hen zijn burgemeester van Delft geweest. Pasgeld werd voornamelijk voor bewoning in de zomer gebruikt. Een van hen bezitters, Willem Hendrik Teding van Berkhout (1745-1809), is in de tijd van de Bataafse Republiek voorzitter geweest van de Nationale Vergadering, destijds het hoogste gezag. Van zowel Pieter als Willem Hendrik Teding van Berkhout zijn dagboeken bewaard waar hun buitenplaats veelvuldig genoemd worden.
Het in 1682 gebouwde landhuis op een foto van het einde van 19e eeuw met op de voorgrond de Vliet. Het landhuis leek op het nu nog bestaande landhuis Cromvliet in Rijswijk. (Foto: Archief Delft)
De achterzijde van het landhuis met op de voorgrond de vijver
Naast buitenplaats Pasgeld was er nog een ander markant gebouw in het gebied. Op de hoek van het Jaagpad en de Lange Kleiweg werd aan het begin van de 16e eeuw een herberg, genaamd ’t Haantje, gevestigd. Het lag gunstig aan de toegangsweg van Delft naar Wateringen en het centrum van Rijswijk en bood reizigers de mogelijkheid er te eten en overnachten. Het huidige buurtschap ’t Haantje is naar de herberg vernoemd.
Sloop van het landhuis
Schepen tussen Rotterdam en Den Haag moesten van oudsher door de smalle grachten van Delft varen, dit leverde veel vertraging op. Vandaar dat aan het eind van de 19e eeuw werd besloten een kanaal om Delft te graven. Ter wille van de moderne schepen, waaronder stoomboten, werd eveneens besloten de Delftse Vliet te verbreden. Vanwege de geringere hoeveelheid bebouwing aan de kant van het Jaagpad, werd besloten dat de verbreding aan deze kant zou plaatsvinden, en niet aan de mee bebouwde Delftweg, aan de overzijde. Dit leidde er toe dat het landhuis Pasgeld in 1890 grotendeels door de Provincie werd onteigend en daarna gesloopt. Van de tegemoetkoming liet de toenmalige eigenaar, de heer Lensvelt, iets noordelijker Villa Pasgeld bouwen.
Villa Pasgeld (1890-1937) (Foto: archief Delft)
In dezelfde periode werd noordelijker, bij in 1873 gebouwde stoomgemaal, een boerderij werd afgebroken een nieuwe boerderij in neo renaissance stijl gebouwd. Deze boerderij, Vlietzigt, genoemd, is tegenwoordig een Rijksmonument. In de laatste kwart van de vorige eeuw is de bestemming van het pand veranderd in een horecagelegenheid. Tegenwoordig heet het herberg Vlietzigt.
Woningbouw aan het Jaagpad en groei van de tuinbouw.
In de tweede helft van de 19e eeuw vestigden zich aan de noordzijde van Delft een aantal industrieën, waaronder de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek, oliefabriek Calvé en machinefabriek Reineveld. In dezelfde periode nam door innovaties en betere transportmogelijkheden de tuinbouwsector in de omgeving van Delft sterk toe. De groei van de industrie en tuinbouw zorgde voor een grote vraag naar medewerkers. Deze moesten gehuisvest worden, waardoor de vraag naar woningen sterk steeg. Toen vanaf het einde van de 19e eeuw de toenmalige eigenaren van Villa Pasgeld kavelgewijs hun grond begonnen te verkopen, bleek het rendabel te zijn deze mede te gebruiken voor woningbouw. Tussen 1900 en 1920 werden door kleine aannemers aan het Jaagpad tussen de Lange Kleiweg en de Pasgeldlaan boven- en benedenwoningen gebouwd. Vooral werknemers uit de Delftse industrie en de tuinbouw in ‘t Haantje en Sion kwamen er te wonen.
Verkoop van grond aan het Jaagpad. Advertentie uit de Delftsche Courant in 1909
In 1911 werd een watertoren gebouwd die de gemeente Hof van Delft van water moest voorzien. In hetzelfde jaar voer ook voor het eerst een pont tussen het Jaagpad en de Delftweg. De eerste jaren werd gevaren vanaf Jaagpad ter hoogte van de kruising met de Lange Kleiweg, in 1937 werd het aanlegpont verlegd naar het Jaagpad ter hoogte van de Pasgeldlaan. De grond van de voormalige buitenplaats werd niet alleen gebruikt voor woningbouw, een groot gedeelte werd omgezet in tuinbouwgrond. Door de ligging bij de Kerstanjewetering en de Vliet, waardoor de producten gemakkelijk via de boot naar de veiling gebracht konden, worden ontstonden in ‘t Haantje en Pasgeld verschillende tuinbouwbedrijven. Elsenburg en de noordzijde van t Haantje bleven weidegrond voor veeteelt. In ruimtelijke plannen uit de jaren ’30, waaronder het Rijswijkse structuurplan Delftkwartier, werden de drie buurtschappen onderdeel van de groene gordel tussen Den Haag en Delft.
Het Jaagpad in de jaren ‘30
De jaren ‘30 en de Tweede Wereldoorlog
Aan het begin van de jaren ‘30 werd Villa Pasgeld te koop gezet. Mede door de economische crisis was er geen koper te vinden. Uiteindelijk kocht een Haagse projectontwikkelaar de villa met als doel het pand te slopen en op het terrein woningen te bouwen. In 1937 werd de villa gesloopt en in de daarop volgende drie jaar werden de woningen gebouwd. In dezelfde periode vestigde zich aan de noordgrens van de voormalige buitenplaats, op het huidige TNO terrein, de Artillerie Inrichtingen, een onderdeel van defensie dat wapens en munitie fabriceert.
De Artillerie Inrichtingen omstreeks 1939. Rechtsboven is de Vliet te zien, linksonder de Lange Kleiweg. Rechtsonder ligt het braakliggende terrein waar in de jaren ‘50 de van Hardenbroeklaan is gebouwd.
Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen. Onderdeel van de aanval was de verovering van de vliegvelden rond Den Haag om vanuit daar de Koningin en de regering gevangen te nemen. Door een aanval met parachutisten probeerde het Duitse leger het vliegveld Ypenburg, dat op korte afstand aan de overzijde van de Vliet lag, te veroveren. De daaropvolgende dagen is rond het vliegveld zwaar gevochten waardoor veel huizen aan het Jaagpad kogelschade opliepen. Op het terrein van de Artillerie Inrichting werd in de bezettingstijd de Rijksfabriekskeuken gevestigd. Hier werd voedsel bereid dat vervolgens via gaarkeukens in vele Rijswijkse en Haagse wijken werd uitgedeeld. In de hongerwinter kwamen veel bewoners van Den Haag via tramlijn 1 en het pontje naar het Jaagpad om vervolgens door te lopen naar boeren en tuinders in t Haantje en Sion in de hoop daar voedsel te bemachtigen. Een zichtbare herinnering aan de Tweede Wereldoorlog is het oorlogsmonument bij spoorwegovergang ’t Haantje. Als vergelding voor sabotage aan de spoorbaan, werden op deze plaats op 7 oktober 1944 tien Haagse verzetstrijders gefusilleerd. Op de stoep voor Jaagpad 57 zijn tegenwoordig struikelstenen te zien. Zij zijn geplaatst ter nagedachtenis aan de Joodse familie die in 1943 uit dit huis is weggevoerd en in concentratiekampen is omgekomen.
Geallieerde intocht op 8 mei 1945, hoek Jaagpad – Lange Kleiweg (fotograaf F.W.H. Biegstraaten, collectie Haags Gemeentearchief)
De naoorlogse jaren.
Na de Tweede Wereldoorlog moest Nederland weer worden opgebouwd. Er was een grote woningnood en de economie had zware schade geleden. In Rijswijk werd de woningbouw o.l.v. burgemeester Bogaard voortvarend aangepakt. In korte tijd werden ten westen van het oude centrum vele nieuwe wijken aangelegd. Samen met de gemeente Den Haag werd aan de noordkant van de Plaspoelpolder een bedrijventerrein opgericht waar o.a. Shell zich vestigde. Het complex van de Artillerie Inrichting aan de Lange Kleiweg werd onderdeel van TNO en in 1957 werd er het Prins Maurits Laboratorium gevestigd.
In de jaren ‘50 verleende de gemeente Rijswijk toestemming om woningen te bouwen op het braakliggende terrein waar vroeger de tuin en vijver van villa Pasgeld lagen. De van Hardenbroeklaan werd op het terrein aangelegd en in 1959 werden aan de oostzijde boven- en benedenwoningen voor werknemers van Shell en TNO opgeleverd en aan de westzijde grondgebonden eengezinswoningen.
In dezelfde periode werd besloten dat ‘t Haantje, dat voorheen een smal pad was, verbreed moest worden tot een doorgaande weg voor autoverkeer. Hiertoe werden een aantal woningen dat dicht aan de Kerstanjewetering lag gesloopt. Een van de gebouwen die gesloopt werden was café ’t Haantje, de opvolger van de eerdergenoemde gelijknamige herberg. Hiermee kwam na bijna 400 jaar een eind aan horeca op de hoek van de Lange Kleiweg en de Kerstanjewetering.
Café ’t Haantje rond 1955. Op de voorgrond de Kerstanjewetering
In de jaren daarna werden er weinig nieuwe woningen in de drie buurtschappen gebouwd. Wel werd vanaf het eind van de jaren ’60 de weilanden ter hoogte van het huidige buurtschap Elsenburg, afgegraven, het ondergelegen zand werd verkocht en de uitgravingen werden daarna volgestort afval en puin van onder meer Haagse renovatiewijken zoals de Schilderswijk en Transvaalbuurt. Vervolgens werd er kleigrond op gestort en een parklandschap geschapen. In de jaren ‘70 werd aan de Heulweg een klein bedrijventerrein gebouwd.
Uitzicht vanuit de watertoren op “de drassige driehoek” in 1975
Buurtvereniging
In de jaren ‘70 ontstond de buurtvereniging die in de beginjaren haar activiteiten organiseerde bij het tuinbouwbedrijf van der Eyk aan het Jaagpad. In de jaren ’80 kreeg de vereniging toestemming vlakbij de watertoren een buurthuis te bouwen. Hiervoor werd een voormalig schoolgebouw uit een andere Rijswijkse wijk gedemonteerd en vervolgens opgebouwd. Het buurthuis werd De Drassige Driehoek genoemd, naar het door buurtbewoners genoemde stuk braakliggend terrein tussen het einde van het Jaagpad en de Lange Kleiweg.
Het eerste buurthuis, begin jaren ’80.
Van tuinbouw naar woningbouw
In de jaren ‘70 en ‘80 waren de laatste mogelijke locaties voor woningen aan de noordzijde van Rijswijk volgebouwd. In het concept van de gemeentelijke structuurvisie van 1987 werd ’t Haantje als een van de mogelijke wijken voor woningbouw genoemd. Protesten van tuinders uit het buurtschap zorgden ervoor dat dit niet in de definitieve versie kwam. Aan het eind van de 20e eeuw verkochten de laatste tuinders van Pasgeld hun grond aan een projectontwikkelaar. De kassen werden gesloopt en er lagen plannen voor nieuwbouw. De vuurwerkramp in Enschede zorgde ervoor dat de wet- en regelgeving voor nieuwbouw in de buurt van plaatsen met explosiegevaar werd aangescherpt. Door proeven die bij TNO plaatsvonden werd nieuwbouw in Pasgeld verboden waardoor de plannen werden stilgelegd. Ruim 10 jaar daarna maakte de gemeente Rijswijk bekend dat in de buurtschappen Sion, t Haantje en Pasgeld een nieuwe wijk zou ontstaan met meer dan 3500 nieuwe woningen. Hiervoor moest de tuinbouw in Sion en ’t Haantje wijken.
Opheffing veerpont
In 2011, precies honderd jaar na haar start, besloot het Rijswijkse college van B&W het pontje op te heffen omdat de kosten te hoog werden. Na protest van de buurt werd gekozen voor een goedkopere exploitatie en werd vanaf januari 2012 de exploitatie overgenomen door de sociale werkvoorziening. Op 31 januari 2012 werd het pontje landelijk nieuws na een aanvaring met een vrachtboot. Het pontje werd daarna uit de vaart gehaald. Na een onderzoek werd in 2017 door de gemeente besloten dat het pontje niet zou terugkeren.
De veerpont in 1972..
In 1982 werd de roeipont vervangen door een motorpont, deze zou tot 2012 voor de verbinding tussen Pasgeld en de Delftweg zorgen.
Meer lezen?
“De Buitenplaats Pasgeld te Rijswijk” – Sv. E. Veldhuijzen – Jaarboek “Die Haghe” 1967
Buitenplaatsen in de omgeving van Delft – Jaarboek van de Kastelenstichting Holland en Zeeland 2008
In Rijswijks vaarwater: acht eeuwen bedrijvigheid op en langs de Vliet – J.C. Bottema 1989
Geschiedenis van Rijswijk – M.J. van den Berge 1997
Vooruit met veel verleden: geschiedenis van Delft vanaf 1795 – Ingrid van der Vlis 2016
Verschillende jaarboeken van de Historische Vereniging Rijswijk (www.historischeverenigingrijswijk.nl)
Buurtblad De Drassige Driehoek (o.a. interviews met bewoners en themanummers over tuinbouw in Pasgeld en Herberg en café ’t Haantje)
Geschiedenis van Pasgeld, Elsenburg en ‘t Haantje